“Ik gaf je stijl
Ik gaf jou stijl
Zou hij beseffen dat zijn kledingstukken zich bewust zijn van wat hij dagelijks meemaakt? Zou hij ons horen als we
‘s avonds laat in de kledingkast discussiëren over wat ‘nice’ en ‘netjes’ is? De gesprekken tussen T-shirt, Overhemd, Blazer en ik laten steeds weer zien: er bestaat geen gelijkheid tussen de planken. Ik vind het maar jammer. Oké, sommigen van ons liggen op ooghoogte, maar samen geven wij zijn identiteit vorm. K hoor denken. Makkelijk praten voor jou. Door de jaren is hij jou steady blijven dragen.
De dagen dat Turkse pizza’s en Capri-Sun stilte brachten op het plein liggen ver achter ons, maar ik herinner hem er graag aan dat zijn stijl ontstond in het gelach van kids. De zoveelste random politiecontrole. Als je op het plein staat en goed luistert hoor je de echo’s van ‘schijt hebben aan’. Ze ketsen van muur naar asfalt, van bankje tot basketbalnet, dwars door time and space, zo het hier en nu in. En ik was er al die tijd. Stille getuige van zijn volwassenwording. Medeplichtig aan zijn Cool. Van Netflixen op brakke zondagen, klussen in het huis van zijn moeder, tot hangen op bankjes. Omar en ik zijn nog steeds niet te verslaan.
De afgelopen jaren slingeren de andere kledingstukken bijnamen als 'kroonjuweel van de garderobe' naar mijn hood. Dat krijg je als je steeds vaker te gast bent bij fashion shows in Parijs, Milaan. Ergens is het geruststellend dat de hype en shine van daarbuiten niet serieus genomen wordt thuis. We zijn niet allemaal moddo, maar boogieness wordt hier afgestraft. Gelukkig maar ook. Supersterren betalen namelijk grof geld om met mij op de foto te gaan, tijdschriften spelen hier gretig op in, musea zien ineens kunst in mij. De spotlight blijft onwennig. Ik had nooit gedacht dat ik de ster van de catwalk zou zijn. Begrijp me niet verkeerd, het is fijn om gewaardeerd te worden. Ik vraag me alleen af of de mensen uit die wereld mij wel écht kennen. Of ze werkelijk snappen wat het betekent om duizenden dagen te hangen op bankjes aan betonnen speelvelden.
Diversiteitspaparazzi
Omar en ik bezochten laatst een openingsfeest van een tentoonstelling over Hiphop. Het voelde even alsof we weer in de rij stonden van de club. Het doffe gedreun van de muziek binnen, de flyness van de peoples en hun outfits buiten. Tunes die steeds een paar tellen kraakhelder worden als de beveiliger de deur open doet. De sound waves dragen ‘I gave you power’ van Nasir Jones langs de garderobe, tussen de beveiligers door naar buiten. Nooit was het zo fly voor de deur van dit museum. Maar snapshots witte mensen helpen je herinneren waar je bent. Een enkele hipster met Supreme tas en een ouder funky wit stel, compleet met excentrieke monturen en strakke grijze kapsels. Deze rij mensen is een onwaarschijnlijke samenkomst van werelden. Nooit zouden ze buiten deze rij zo close tegen elkaar aan staan. Zodra de chorus van het nummer begon, hoorde ik Omar zacht meerappen.
How you like me now? I go blaow
It's that shit that moves crowds makin every ghetto foul
I might have took your first child
Scarred your life, crippled your style
I gave you power
I made you ….
Omars performance werd onderbroken door de eventfotograaf die ongewoon lang foto’s maakte van de peoples in de rij. Schijnbaar gebiologeerd door scènes van vanzelfsprekende diversiteit, zoekt hij driftig de meest flamboyant geklede bezoekers uit. Ik voel Omars handen langzaam uit mijn zakken wegglijden. Hij balt zijn vuist. Ik probeer zijn handen tevergeefs vast te houden. Om de zoveel tijd maakte de verwondering op het gezicht van de fotograaf ruimte voor een subtiele glimlach. Ik vraag me af wat hij ziet. Met welke intentie legt hij ons vast? Omar draaide zich om en trok mij over zijn hoofd. Ik snapte meteen waarom. Ik fluisterde in zijn oor “tfoe, diversiteitspaparazzi.”
Eenmaal binnen struikelen we over vrienden en bekenden. Boxes en brasa's brengen een warmte die de hoge muren van dit gebouw niet kennen. De statige architectuur van ruimtes zoals deze doet namelijk precies het tegenovergestelde. Het creëert afstand. Soms letterlijk. Fragmenten van rapvideoclips, metershoge foto’s en andere kunstwerken zijn het decor voor een dialoog tussen de kunst en onze mensen in de ruimte. De tentoonstelling komt tot leven. Zo voor onze ogen. De lichaamstaal in de werken echoët wat er in de ruimte gebeurt. Terwijl de grenzen van kunst en real life verder vervagen loopt de representatie- paparazzi weer langs ons. Omar ziet die hele guy niet, toch begint hij dieper adem te halen. Hij reageert hij zelfs onbewust op hem. Omar tikt een vriendin naast hem aan en zegt; “Ken je de film ‘a night at the museum’? Het voelt een beetje alsof wij de kunstwerken zijn uit die film. Nice, maar een beetje vreemd. De tunes zijn lauw, maar die Rose soda en crackers met krabsalade zijn’t niet man”. Kenya lacht en reageert met “Dat is die cultuur money toch! Een ding is zeker,, beter a night at the museum dan Get Out mos”. Boxes en gelach vliegen over en weer in iets wat op een halve knuffel lijkt. Terwijl Omar en Kenya de spanning van diversiteit in ‘de kunsten’ weg lachen, probeer ik mijn vinger te leggen op het feit dat dit events anders dan de catwalk niet zo ongemakkelijk voelt. De echo’s van gedeelde ervaringen op pleintjes maakt van die steriele architectuur iets anders. Deze muren zijn avond van ons.
Een paar tellen later staat Omar voor een groot groot schilderij van Daniel Kaaluya. Althans de personage die hij speelde in Get Out. Chris staat in dit kunstwerk met 1 voet in een plasje water. Om hem heen een blacked out uitgestrekte ruimte. Een kleine spotlight schijnt in z’n gezicht. Hij kijkt ver ver in de lucht. En lacht boeng ondeugend. Alsof hij iemand te slim af is. Zijn hoodie hangt aan hem als een parachute. “Interessant he al die representatie”. Zegt een oude witte vrouw die naast Omar komt staan. Ze blijft strak voor zich uitkijken naar het werk. Ik raak een beetje afgeleid door haar montuur. “En die witneuzen maar blijven verdienen aan populaire cultuur? Pas als het in een museum hangt is het gearriveerd”. Na een lichte aarzeling reageert Omar. “Je zou maar zo’n gevierde “nieuwe maker” zijn. Verdronken in complimenten van mensen die blind zijn voor alles behalve je talent”. Ze knikt zachtjes terwijl de tunes uit de hal de stilte opvullen. “Ik weet wat je denkt”. Zegt ze. “Hoe komt zij binnen met thee en waarom roert ze zo overtuigend in dat glas?”. Ze kijkt Omar aan en geeft hem een knipoog. Omar kijkt langzaam weer naar het werk en schakelt ontspannen. “Gelukkig staat de muziek luid genoeg”. De dj start de volgende tune. ‘It was all a dream I used to read Word Up magazine…’
Kledingkastgesprekken
Nadat ik op het balkon mocht luchten legde Omar mij zoals altijd weer netjes opgevouwen terug in de kast. Morgenochtend veranderen de planken en lades weer in de stands van het lagerhuis. Trinna, Tee en ik bepalen al een tijd met beleid Omars kledingkeuze. Overhemd en Colbert liggen, zoals altijd, opgevouwen tegenover ons. Hun plek is er één geworden van oppositie en speciale gelegenheden. Overhemd is van mening dat Omar vanzelf zijn sportkleding zal ontgroeien. Overhemd heeft al zolang geen daglicht gezien dat ze niet eens meer doorheeft wanneer ze shade gooit. Opmerkingen als “Wacht maar tot hij een echte baan vindt” of “Eén keer raden wie er vandaag weer voor niks aangehouden gaat worden” zijn tot de nok gevuld met de cynische ondertoon.
Terwijl Omar zijn tanden poetst, gaat Tee er voor de verandering eens tegen in. “Ewa ja, sommige klofjes zien vooral zichzelf graag in de spiegel,”. Als er iemand de titel van kroonjuweel verdient is hij het wel. Al ver voor ik de zogenaamde ster van de catwalk werd, was hij de belichaming van bankjes. Hij leerde de kids op het plein hun schijt aan autoriteit uit te drukken. Met zijn korte mouwen en classic fit. Je zag hem in de meest videoclips en op de meest iconische magazine-covers. Nog bleef hij moeiteloos zichzelf. Althans, zo komt het op mij over. “Je bent wel veel bezig met andermans shine he” vervolgt Tee. “Als je niet uitkijkt bepaalt de spotlight, of het gebrek eraan, straks je eigenwaarde.”
De kraag van Overhemd staat intussen overeind. De spanning is te snijden. “Denk je dat Hoodie populair is door catwalks of door die muren van het museum? Denk je dat dit gaat om shine? Weetje hoe veel jongens hier uit de wijk niet aan een baan komen door jou en je volgelingen?” Colbert en ik proberen de gemoederen te sussen, maar voor Overhemd was het te laat. “wist je dat Omars moeder niet slaapt als hij ‘s avonds buiten is met jullie?” Plotseling zwaaiden de deuren van de kast open. Midden in de discussie trok een arm Tee en mij naar buiten.
Terug op het plein
Het is nog rustig op het plein. Zo tegen het einde van de middag loopt het hier vol met kids. High van de Golden Power rennen ze dan om ons heen. Vaak tot een oudere zus of broer ze komt halen. Ik heb geen tijd voor dat. Ik wil het met Tee hebben over de discussie van vanochtend. “Bro... Bro, Ik kan maar niet uit mijn hoofd zetten wat Overhemd zei. Hoor je me? Ik zeg je eerlijk; ze heeft een punt…… Ik bedoel dat mensen anders op ons reageren. En al helemaal op mij.” Ik kan niet ontkennen dat het me bezighoudt. “Soms ben ik ook bang om Omar in gevaar te brengen Tee. Als politie iets te lang kijkt glijdt ik van zijn hoofd af. Geen slapen honden wakker maken. Fakking klaab.”
Na een lange stilte reageert Tee. “Weet je nog toen we vroeger met Omar naar school liepen? En hij jou na het voetballen daar aan de overkant op het hek vergat. Ik kan me die dag nog herinneren toen het keihard begon te regenen.” Normaal gesproken negeer ik dit soort nonsens, maar nu is het gewoon irritant. “Bro! Ik probeer een serieus gesprek met je te voeren.” Ik raak zo verhit dat Omar mij uittrekt en mij over zijn schouder legt. “Natuurlijk snap ik wat je zegt. Sterker nog heel deze samenleving is een scam: maar hoe gezond is het als Omar zich constant moet aanpassen om te worden geaccepteerd?” Ik besef weer hoe onmogelijk de opgave is om dichtbij jezelf te blijven in een wereld waar het al vast staat wie jij wel of niet mag zijn. Ik begrijp ineens waarom Chris zo ondeugend lachte.
Omar neemt de laatste slok van zijn Capri-Sun. Het plein is inmiddels vol met kids. Tegenover ons zit een meisje van rond de 10 jaar op de schommels. Hoe lang ze ons aan t scannen is weet ik niet. Al schommelend vraagt ze Omar waarom hij sportkleding draagt als hij nooit mee voetbalt. Omar vertelt haar dat hij zich fijner voelt in een T-shirt en hoodie. Om haar nog nieuwsgieriger te maken zegt hij dat zijn vriendin de tekening op zijn borst heeft gemaakt. Het meisje focussed haar ogen op de tekening alsof ze voor
een schilderij staat. Haar beentjes zwaaien steeds langzamer tot ze bieden weer de grond raken. Eén voet in een plasje. Verbaasd vraagt ze hem waarom er bloemen
uit het plein groeien. "